Twee gedichten: Hélène Gelèns

Twee gedichten van Hélène Gelèns (niet beginnen bij het hoofdzet af en zweef) voor De Revisor: ‘sluitingstijd’ en ‘coin punitif (childhood memory)’.

*

sluitingstijd

je bepaalt: dat is pluis dat is niet pluis
dit hier pluis dat daar niet pluis
vroeger niet pluis nu pluis en straks

vanuit het donker applaus
en je zegt ijdelheid ijdelheid
alles is ijdelheid, je schrapt
(ijdelheid der ijdelheden)
zegt alles is! alles is!
alles is maar wat het is, je schrapt
alles! alles! zeg je ineens
vijf uur is de sluitingstijd van alles

terwijl je nog schrapt: alle all al a
applaus vanuit het donker
en je weet niet: pluis of niet pluis

coin punitif (childhood memory)

men moet niet wegdromen bij het woord
jeugdherinnering – geen bellenblaas zien
geen knuffelbeer of paardenbloempluis
niet alles honinggeel kleuren en fris
appelgroen en heiig zomerblauw – om niet
te schrikken van het grijs van de wanden

men moet vaak kalmte hebben bewaard
om recht op de strafhoek af te gaan
te schatten: vijfenveertig veertig graden
te spieken door de kier tussen de wanden
te besluiten: een beeld van buiten
de uitweg die ieder kind heeft

men moet ooit in de hoek zijn gezet
om hier op te dreunen: een minuut
voor elk levensjaar een minuut meer
voor elke keer dat je beweegt, te schmieren:
zit net zo lang op je hurken in de hoek
tot je een week te stram bent om te dansen

misschien moet men vaak zijn gestraft
om te weten dat men in de hoek vrijuit
nieuwe liedjes schrijft in het hoofd
kletst met een vriend die niet hoeft te bestaan
uitdenkt hoe men ontsnapt hier
of aan een hongerige wolf op straat
hoe men iemand redt uit een moeras
uit een vuurzee, gevierd wordt als held

misschien moet men denken als een kind
om in de hoek te kunnen doen alsof
men verstoppertje speelt: met de ogen dicht
tel je geluidloos van twintig tot nul
wie jou in de hoek zette heeft zich verstopt
en jij probeert te horen waar

wil men hier echt kunnen doen alsof
moet men door iemand in de hoek zijn gezet
dan kan men voortijdig de hoek verlaten
zich terug laten jagen door een brul
hummen tot een keel wordt geschraapt
met schouders en hoofd uit het lood gaan hangen
omvallen en hiklachend weghollen
misschien treft men iemand die van pretogen smelt