Twee gedichten: Ilse Starkenburg
Ilse Starkenburg (1963) debuteerde in 1990 met de dichtbundel Verdwaald ontwaken. Ze won het Charlotte Köhlerstipendium en publiceerde een verhalenbundel, De blinde vlek op de kaart (1998). Ze stelde het boek Louis Lehmann als Homo Universalis (Slibreeks) samen en schreef er een voorwoord voor. In totaal publiceerde ze tot nu toe vier dichtbundels, waarvan Gekraakt klooster (2007) de meest recente is.
*
de bloemen had ik net weggegooid
ze kwamen niet uit pas met
de stank van hun stengels kwam
een oude bekende
zonder sleutel het huis binnenhij zei niets maar mijn vingers
gingen stinken alsof hij mij
een hand had gegeven, nu ik
niet meer alleen rook naar mezelfwas er hoop: als er stank bestaat
bestaat er ook niet stank -roos en
lelie, boterbloem- zelfs een vertrouwde
geur is beter dan niemand, ik zouje nog een keer een oliebol
willen zien eten, poedersuiker
knoeien op je winterjas
waaronder kleine beentjesvoorzichtig zette ik de ramen
tegen elkaar open om het door
te laten waaien maar het verlangen
vast te houden een nog lege vaasaandacht
nu geef ik je mijn aap
hij is nog nooit gestorven
hij is nog nooit geboren
nu geef ik je mijn aap
alsof je bent geboren
in plaats van dood te gaan
nu geef ik je
nog een moment
erbij mijn aap was
niet meer van mij