Twee gedichten: Rosa Schogt

Rosa Schogt (1980) is theaterwetenschapper en actrice. Ze speelt, redigeert, schrijft teksten en geeft poëzie- en taallessen aan kinderen. Sinds 2012 schrijft ze poëzie, en belandde dat jaar bij de beste twintig van de Turing-gedichtenwedstrijd. Ze draagt graag en vaak voor, afgelopen zomer nog bij Dichters in de Prinsentuin. Ellen Deckwitz nam een gedicht van haar op in Olijven moet je leren lezen. Vandaag publiceren wij ‘Op weg naar huis’ en ‘Zin’.

Op weg naar huis

Het gaat steeds harder regenen
Anderen schuilen onder een boom
Jij fietst door: je bent immers al nat
Wachtend voor een stoplicht
vraag je je af waarom je in de vorige zin het woord immers gebruikte
Het water loopt inmiddels
van je enkels je schoenen in
Of waarom inmiddels
Dat moet toch anders kunnen?
Als je straks de trap op loopt
maken de zolen een zompig geluid
dat in het Engels beter klinkt.

Je zegt tegen niemand in het bijzonder
dat je zin in inktvis hebt.

Zin

En al die mensen die er nu nog zijn, en die ik nooit
zal zoenen en met wie ik nooit naar bed zal gaan, en
nooit meer die verwachtingsvolle avonden, de wijn, de
geile sms’jes van tevoren en de onbekende bedden, dat
gehannes met condooms en nooit meer dat
verzadigde gevoel van geile schaamte achteraf, en dan

vooral die woest aantrekkelijke rooie viking met
die boot, die me beloofde alle hoeken
alle gaten overal te nemen laten zien, ook hij
zal nooit meer proeven van mijn lijf omdat ik

jou nu ken, jouw trillend lichaam van het licht, je
glimlach haperend, je hand een vraag waarop ik
altijd antwoord geven wil, de druppels die
je lekt op mij, in mij, zijn helder
helderder dan ooit, de blijvende verbijstering:
ik ben het echt, ik kijk naar jou, ik zie je graag.