Stempels

Drie nieuwe korte verhalen van Robin Kramer. Vandaag het derde verhaal: ‘Stempels’.

*

We zitten in de bus naar Auschwitz en M. vertelt dat Auschwitz de enige plaatsnaam is die Microsoft Word corrigeert als het verkeerd wordt gespeld. We knikken om zijn anekdote te erkennen, maar zijn te moe om er verder op in te gaan. De chauffeur negeert de historische context en vertelt grapjes door de microfoon. Het is pas bij de koffers met achtergebleven haren en brillen dat M.’s pupillen beginnen te groeien en hij ons met druk zegt om met hem mee te gaan naar het toilet.

Eenmaal daar moeten we de mouwen van onze truien op te stropen en naar onze polsen te kijken. Daar zien we de nummers. Een zescijferige code, bij ons allemaal identiek. ‘Dit is de stempel van die club waar we gisteren waren,’ zegt hij. ‘We kunnen hier toch niet zo rondlopen?’ We laten water en zeep over onze handen glijden en trekken de inkt met onze nagels uit de poriën. Als we ons weer aansluiten bij het gezelschap, onze polsen rood en geïrriteerd, zien we een man naast een foto van de uitgemergelde kampbewoners staan: zijn wangen naar binnen gezogen, een grinnikende fotograaf twee meter voor hem.