Nova (3)

Vandaag het slot van ‘Nova’, een kort verhaal van Dieuwke van Turenhout. Deze week verschenen eerder al deel 1 en deel 2.

*

De mat verbranden ze in de tuin. Het rookt verschrikkelijk en stinkt ontzettend. Op het laatst scheurt Fiona haar blouse los en gooit deze op het vuur. Ze draagt geen bh en haar borsten zijn rozig en rood door elkaar. Jouw kleren.. commandeert ze. Zelf is ze al met haar broek bezig. Peter gehoorzaamt. Het knetteren van de vlammen is beter dan de geluiden eerder en de stilte die volgde.

Fiona dweilt het linoleum. Peter zit er naast in kleermakerszit. Zijn ballen voelen koud op de vloer. Hij bekijkt zijn handen opnieuw en opnieuw, bestudeert de aders, trekt aan de zwarte haren op de rug van zijn hand.
Fiona’s voeten verschijnen in zijn blikveld. Met dezelfde lege verwondering liefkoost hij haar schenen, het littekentje net onder haar knieschijf, de moedervlek op haar kuit.
En nu? Zegt Fiona.
Peter zuigt op de snee in zijn vinger, zet zijn hoektand op het dunne velletje zodat het opnieuw opengaat. De pijn is te flauw om af te leiden. Ik weet het niet, zegt hij zacht. Misschien is dit wel een droom. Juist droomde ik dat ik over de hoorn van Afrika vloog. Hij kijkt op. De vlam in Fiona’s ogen dooft alweer. Nee, dit is geen droom.
Laten we douchen. Hij staat op en kijkt vol verbazing naar de lege woonkamer. Nova is weg. Fiona trekt haar schouders even op, alsof ze een klap ontvangt.
Ze lopen naast elkaar naar boven. Hun handen raken elkaar niet. De deur van het kinderkamertje staat op een kier, de geur van Zwitsal komt hen tegemoet. Wacht, zegt hij. Hij stapt het kamertje binnen, pakt de luier uit het kozijn en sluit het raam.

En nu? Zegt Peter. Ze liggen in bed, onwennig dicht tegen elkaar aan. Fiona strijkt met haar handen over haar buik. Haar gezicht is schoon, haar borsten weer blank zoals Peter ze kent.  
We kunnen hier niet blijven. We hebben niets hier. Helemaal niets.
Wat als…hij kijkt naar zijn gladde arm, legt die voorzichtig terug, alsof er al blaasjes op zitten. Wat als wij…?
Ik weet het niet – ze heeft tot het einde toe gelachen. Ik hoop… haar stem daalt, nee ik heb geen hoop meer. Ze ruikt aan de matras. Hier, zegt ze. Ruik hier maar. Peter ruikt. Heel lang ligt hij stil met gesloten ogen, zijn neus op het laken. Fiona neuriet weer, heel langzaam dit keer, het interval tussen de regels groter en groter. Peter valt haar bij in de stilte, net voor het einde.