Spiegel (V)

Feuilleton! In aflevering I ontmoetten we Lisa, Louise en Aaron en Louises Glock, in II lazen we over pistolen in de eerste akte, in III geeft Lisa’s moeder haar mening, in IV strijden plot en een briljant idee en een eigen wil met elkaar. Dit is V. Waarin Aaron zijn dunne kakverhaal vertelt en hoe taal en beeld zich tot elkaar verhouden en Lisa het over een andere boeg gooit. Lisa Weeda’s feuilleton-annex-essay wordt gespiegeld in de tumblr Spiegelfeuilleton.

*

Aaron is terug. Hij houdt een matras en een deken onder zijn arm. Achter hem staat een jongen met een uitgekauwd gezicht in een paars trainingspak.
Ik heb geld op zak, toch, vraagt hij, die vent vraagt honderdtien dollar voor deze meuk. 
Een hele rol in je rechterbroekzak, je hebt jarenlang belachelijk veel verdiend, maar je was zo veel aan het werk, soms wel tachtig uur per week, dat je geen tijd had om het uit te geven.

Deed ik ooit iets, buiten werktijd?
Niet echt. Netflix kijken, twijfelen of je een kat zou nemen, hoeren bestellen, die je dan weer weg stuurde als ze arriveerden. Tinder installeren en de-installeren. Wat had je willen doen?
Aaron overhandigt het geld aan de jongen. Die gromt een dankjewel terug en geeft hem er gratis een fles eau de cologne bij: voor het matras, zegt hij, geloof me, het riekt eerst als een bejaard wijf, maar zodra het went slaap je heerlijk.
Wat ik had willen doen, gaat Aaron verder, van alles. Van alles wat mensen eigenlijk willen doen maar vergeten te doen, weet je wel.
Zou je zo’n goede gast willen zijn, vraagt Louise.
Zoiets, uren werken en dan toch nog iets doen voor duurzaamheid, of rampgebieden, weeskinderen. En dan zou ik op een dag inzien, dat wat ik ook doe, wat ik ook probeer, het verschil toch te klein is. Dan zie ik hoe alles verslapt is om mij heen: de onverschilligheid, de verveling van de mensen. Een bloem die eerst nog enthousiast was, maar al snel gewoon een beetje richting het zonlicht gaat hangen omdat het comfortabel is. En dan zou ik willen stoppen met alles.
Hij leunt tevreden achterover op zijn matras en kijkt richting de Nevada-woestijn. Ik heb iemand tevreden gemaakt met de kennis dat hij altijd op hetzelfde pad uit zal komen. Dat er geen andere uitweg is tot dit moment, deze tunnel. Ik heb zin om mijn laptop in tweeën te breken en uit het raam te flikkeren.
Beetje een dun kakverhaal, roept Louise, jij hebt wel heel weinig zetjes nodig, vind je ook niet?
Ja ja, zeg ik, ja ja Louise, nu weten we het wel. Aaron is, wat er ook gebeurt, altijd op een treurige, fatale manier teleurgesteld in het leven.

Kunnen jullie nu anders even ophouden, mompelt Aaron.
Hij rolt zich in de deken en hoest een tijd van de eau de cologne geur van het matras. De laatste rand zon verdwijnt achter de horizon. Louise is tegen me aan in slaap gevallen. Haar haren liggen als een waaier over mijn schoot. Ze ademt rustig. We zijn aan elkaar gewend geraakt. Te gewend, misschien. Ik blijf wakker, in de hoop een uitweg te verzinnen. Vooral voor mijzelf: ik begin me stierlijk te vervelen. Die nacht denk ik voor het eerst niet aan de film met Mina, maar aan Le Camion van Marguerite Duras.

In de ochtend draait Aaron zich op zijn buik, richting de tunnel.
Heeft Louise gelijk, fluistert hij, ben ik een teleurgestelde, slappe washand?
Dat interesseerde me eigenlijk niet toen ik hier aan begon, zeg ik, mij fascineerde vooral het gegeven: het inhuren van die huurmoordenaar, die hele tocht door Las Vegas, het moment waarop omstanders denken dat jullie een spel spelen en zich afvragen waar ze dit kunnen kopen, of het te krijgen is in de winkel van hun hotel, of ze van tevoren online hadden moeten boeken. Een ultieme shoot-out. Dat zijn veel te grote woorden, maar het is de tijd waarin we leven, Aaron, niets is extreem genoeg. Maar zonder achtergrondverhaal is het blijkbaar niet te verteren. Het gaat om de grijpbaarheid, denk ik.
De watte?
Hoe minder ik prijs geef over jou en Louise in dit verhaal , hoe meer een lezer moet bedenken. En dat lijkt steeds minder te lukken, dat activeren van verbeelding. Marguerite Duras worstelt daarmee in haar film Le Camion, en besluit alleen te werken met taal, door met Gérard Depardieu te spreken over wat het scenario van haar film zou kunnen zijn. Zo moet de kijker zelf bedenken wat voor beeld daar bij hoort.
Ik heb die film niet gezien, weer zoiets, stribbelt Aaron tegen. Louise begint te kwijlen op mijn broek, ik druk mijn hand op haar schouder. Ze schokt en gaat rechtop zitten.
Oke, zeg ik, iets anders: laatst was ik in de Hermitage in Amsterdam. Daar hing een doek ter aankondiging van een expositie in de ruimte erachter. Op het doek stond de tekst: ‘Reclining Nude with a Man Playing the Guitar.’ Bijna iedereen liep er aan voorbij, ik vond het het beste werk van het hele museum. Hoe groot is de fantasie van iemand die naar een leeg canvas kijkt? Ik weet wat we gaan doen, we gaan alles over een andere boeg gooien.