Deze week gelezen: Luiselli, Diaz

Valeria Luiselli, Hernan Diaz: de redactie leest een Mexicaanse en een Argentijnse Amerikaan, een diepmenselijke road novel die past bij het Boekenweekthema en geweldig geschreven is, en een cowboyroman met een gouden uitgangspunt.

*

Daan Stoffelsen: Valeria Luiselli, Lost Children Archive

Voor Athenaeum.nl schrijf ik een stuk over Valeria Luiselli’s Lost Children Archive, dat volgende week vrijdag in de vertaling van Molly van Gelder & Nicolette Hoekmeijer verschijnt als Archief van verloren kinderen. Ik betoog daarin dat het een indrukwekkende road novel is, die essayistische kwaliteiten combineert met ijzingwekkende spanning, en intieme details naast grote maatschappelijke bewegingen zet. Klein, maar groot in implicatie. Diepmenselijk. En mooi geschreven.

Misschien is het, sorry Tommy Wieringa, Saskia de Coster, sorry alle beroepsbundelaars, misschien wel hét Boekenweekboek; Archief van verloren kinderen gaat ook over moederschap, en vrouwzijn. Misschien lees ik er te veel in, maar het samengestelde gezin dat op reis gaat naar de laatste jachtvelden van de Apaches, en de voortijdige rustplaatsen van Midden-Amerikaanse kindvluchtelingen, wordt door een moeder beschreven. Ze is een vrouw als Luiselli, het autobiografische is makkelijk aan te wijzen, en haar manier van denken is herkenbaar van eerdere boeken: analytisch, nieuwsgierig, en niet zonder nieuwe inzichten.
Deze moeder is ook de stiefmoeder van zíjn zoon – een vanzelfsprekende keuze, maar een keuze. Dit boek gaat dan ook in bijzinnen over keuzes en gevoelens, in opvoeding, gezin, carrière, in een wereld met onmenselijke mensen en natuur. Hoe is het om moeder te zijn? Hoe is het een vrouw te zijn, nu? Luiselli tast daarnaar.

Maar ik houd ook van hoe de vertelster leest, en associeert, en vermengt met de werkelijkheid. Deze passage heb ik gekopieerd en geplakt uit het zetbestand van de vertaling van Van Gelder en Hoekmeijer. Dit is wat ik onderstreep, pagina 93 in de 4th Estate-uitgave, 120-121 in de Das Mag/Karaat-uitgave. Hoe alledaags en maandelijks rijmen, de suggestie van grote dreiging bij iets heel gewoons.

‘Ik leg The Lover weg en blader wat in het geannoteerde script van Hiroshima Mon Amour. In het voorwoord noemt Duras een omhelzing tussen twee geliefden “banaal” en “alledaags”. Ik onderstreep de twee woorden, zulke ongebruikelijke bijvoeglijk naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord waarnaar ze verwijzen. Vervolgens onderstreep ik, op pagina 15, de beschrijving van een shot met twee paar blote schouders en armen, zwetend en bedekt met een soort askleurige dauw. In de tekst wordt gespecificeerd dat we “het gevoel krijgen dat deze dauw, dit zweet, een afzetting is van de atoomwolk die wegtrekt en vervluchtigt”. Dan komt er een aaneenschakeling van beelden: een gang in een ziekenhuis, stills van gebouwen in Hiroshima die overeind zijn blijven staan, mensen die door een museum lopen waar een tentoonstelling is ingericht over het bombardement, en tot slot een groep schoolkinderen die staan gebogen over een schaalmodel van de stad die in de as is gelegd. Ik val in slaap met die beelden, die onophoudelijk door mijn hoofd spoken, en ik geloof niet dat ik droom.
De volgende ochtend word ik wakker, ga plassen en zie de kleine atoomwolkjes menstruatiebloed in slow motion uitvloeien in de wc-pot. Een maandelijkse gebeurtenis, al vele jaren, en de aanblik beneemt me — nog altijd — de adem.’

De adem benemen: dat kan Luiselli nog steeds bij mij doen.

Lost Children Archive verscheen bij 4th Estate, Archief van verloren kinderen verschijnt bij Das Mag en Karaat.

Jan van Mersbergen: Hernan Diaz, In de verte

Ieder jaar verschijnt er wel een sterke Amerikaanse roman die speelt op het platteland, desnoods een tijd geleden, de zogenaamde moderne cowboyboeken. Nu geschreven, over toen, met een strekking en gevoel die in onze tijd nog spelen. Kent Haruf schreef ze, Willy Vlautin, David Vann eigenlijk ook. En toen was het de beurt aan Hernan Diaz, met zijn debuut In de verte (vertaling Ronald Vlek).
Vreemde Spaanse naam, want van oorsprong is Diaz Argentijn, en al snel in het boek blijkt de subtiele connectie met zijn thuisland: de Zweedse hoofdpersoon die met zijn broer naar New York wil raakt in de drukte van de haven zijn broer kwijt en stapt op de verkeerde boot. Hij speekt de taal niet en heeft geen idee waar hij uit zal komen. Als hij bij de eerste stop een stad ziet, denkt hij: New York. Hij blijkt in Buenos Aires terecht te zijn gekomen, en ze varen door naar Californië. Het verhaal staat als een huis, want in het vervolg denkt hoofdpersoon Håkan – inderdaad met een rondje op de a – om op wat voor manier dan ook het continent over te steken om in New York zijn broer weer te vinden.

Prachtig idee, en heel goed geschreven: beschrijvend en sober maar ook poëtisch en hard en zwierig zo af en toe. Helder, in ieder geval. En met een hoog tempo. Na de bijtende proloog, waarin we Håkan uit een ijswak zien klimmen besluit hij zijn verhaal te gaan vertellen, volgen de hoofdstukken elkaar snel op, dan is Håkan weer bij een gezin, dan in een hoerenkast, dan weer elders.
Het enige nadeel van een hoofdpersoon die wel groot is maar amper spreken kan is zijn passiviteit. Dat sluipt ook in zijn handelen: vaak hangt hij op bed, zit hij ergens tegen zijn wil vast of staat er simpelweg: ‘Het leven ging verder in dezelfde sleur.’ Daarmee maakt de schrijver sprongen, het benadrukken van die sleur geloof ik wel. Gelukkig maakt Håkan voldoende mee om een avonturenroman mee te vullen en is de stijl en taal van Diaz afgemeten, duidelijk en vol schwung.
Het interessants is een man die op een zoutvlakte op zoek gaat naar de bron van het leven. Zijn theorie: de mensen was vroeger, heel vroeger, alleen een drijvend brein in zee. Later is daar een schedel omheen gegroeid, en van daaruit een ruggengraad en daarna ledematen, maar het begon als levend hoopje materie in de zee. Deed me denken aan een kwal. Levend wezen, maar zonder stevigheid. Dan is het nog de vraag waarom er zo veel soorten zijn ontwikkeld, en waarom apen er nog zijn en de mens zich veel verder ontwikkeld heeft. Zijn oplossing: de ontwikkeling van de mens begon veel eerder. De apen zijn miljoenen jaren later pas uit zee geklommen.
Geen speld tussen te krijgen.
Håkan is compleet overdonderd door deze ideeën, en Diaz lost het taalprobleem slim op door de man Nederlands-Duitse roots mee te geven, waardoor hij een beetje met Håkan kan communiceren, want anders zou de Zweed niks van dit ingewikkelde verhaal begrijpen.

Nog een nadeel aan dit verder heel mooi boek – het zijn details: de hoofdpersoon is door die taalachterstand niet degene die de verhalen draagt. Hij ontpopt zich na de proloog wel tot een held van immense proporties, maar in eerste instantie is hij passief, weerloos en een beetje een vlak speelballetje. Die natuurwaanzinnige is in ieder geval heel goed getroffen en een actiever personage. Toen ik over hem las dacht ik direct: jammer dat we hem straks weer gaan verliezen, want dat is de opzet van deze roman. Alle mensen die Håkan tegenkomt raakt hij ook weer kwijt.

Het omslag vermeldt een quote van Kirkus: dit is mengeling van Cormac McCarthy en Gabriel García Márquez, op de achterflap een quote die stelt dat Herman Melville over het Westen van Amerika schrijft in plaats van over de zee, Daan Heerma van Voss noemde deze roman op Instagram een kruising tussen een cowboyverhaal en John Coetzees The Life and Times of Michael K. Klopt allemaal, zeker die vergelijking met Coetzees beste roman, al moet wel bij gezegd worden dat In de verte een debuut is en alle debuten hebben zo hun beperkingen. Waar de genoemde schrijvers en ook goede ideeën in een goede stijl uitwerken weten zij ook van de roman meer te maken dan de leegte waarin Diaz blijft hangen. Passiviteit, uitzichtloosheid, traagheid en slachtofferschap zijn moeilijke ingrediënten voor een debuut. Het is net het laatste zetje: hoe maak je van zo’n boek een geheel dat voorbij de leegte gaat, dat die leegte opvult.
Hier spreekt een klagende verwende lezer. Nogmaals: het leest goed, het is geweldig gedaan en het uitgangspunt is goud, net die laatste stap naar een meesterwerk maakt deze roman een 9, en net geen 10. Niks van aantrekken, de meeste romans komen niet verder dan een 6½.

AtlasContact gaf In de verte uit.