In de poëziereeks Binnenin plaatsen we om de week op donderdagochtend een nieuw gedicht van een Nederlandse of internationale dichter. Deze week: Tania Ganitsky.
Montage III
De paarden in de dromenhebben honger en dorst.
Waar eens gras stond
ligt nu alleen nog bar land
de waterputten en de vennen
zijn opgedroogd.
Af en toe loopt er een wolf voorbij
of een hond
ruikend aan het niets.
Ze verschijnen aan de ene kant en vertrekken aan de andere
als op het podium van een theater.
Het zou me niets verbazen
als het maar één hond was
of maar één wolf
die zich steeds omkleedt.
Tania Ganitsky (Bogotá, 1986) studeerde literatuurwetenschappen en filosofie. Momenteel werkt ze aan de University of Warwick, waar ze zich o.a. met het werk van Emily Dickinson bezighoudt. Ganitsky schreef drie dichtbundels en won twee Colombiaanse nationale poëzieprijzen. Haar werk verscheen in tijdschriften en anthologieën in Latijns-Amerika en Spanje en werd inmiddels in het Engels vertaald. Montage III is de eerste Nederlandse vertaling van haar werk en komt uit de bundel Desastre lento (2018).
Luc de Rooy (Elsloo, 1979) is literair vertaler en uitgever, voornamelijk van Latijns-Amerikaanse schrijvers.