Zwem af

In de poëziereeks Binnenin plaatsen we een nieuw gedicht van een Nederlandse of internationale dichter. Deze week: Anne Louïse van den Dool. 

 

Zwem af

Naarmate je ouder wordt, vergeet je de
ware aard van de dingen.
Een kaars is geen potentiële brand,
een knetterend stekkerblok geen vagevuur,
een gaspit geen voorstadium
van een verkolend huis.

Huilen is niet langer een teken van verdriet maar van hysterie,
de afstand van je voeten tot de grond geen vallen maar
de overgang van hier naar zelfstandigheid,
een lekkere band, een losse stoeptegel
geen voorbode van iets kwaads,

de drie keer trappelen naar de
zwembadrand de lengte van een mierenlijf, alsof
zoveel diepte niets is om bang voor te zijn –
tijdens het afzwemmen tuf ik mezelf vol water,
houd ik met een verkrampte pink de tegels vast.

Wanneer we naar buiten lopen –
handen op mijn klamme schouders,
bibberend van de wolken die ik blaas –
gaat mijn diploma van omahand tot omahand.
Van dichtbij bekijken ze
de handtekening van de badmeester,
alsof ze speuren naar een teken van vervalsing.

 

Anne Louïse van den Dool is tekstschrijver, auteur en cultureel journalist. Ze schrijft voor onder meer NRC Handelsblad, Vrij Nederland, HP/De Tijd en vtwonen. Ook geeft ze regelmatig cursussen, workshops, lezingen en performances. Haar debuutroman Achterland verscheen in 2014 bij Querido; haar tweede boek, Vluchthaven, verscheen in augustus 2020. Haar gedichten verschenen onder andere in Tirade, Poëziekrant en DWB.