In ons nazomernummer staan vrije bijdragen, essays over Fantasy (en nieuw proza), en het beste van Het Personage. Lees Thomas Verbogt, Helena van Lare, Hagar Peeters, Natalie Koch, A.N. Ryst, Martijn Lindeboom, Robin Kramer, Natasja van Loon, Maartje Wortel, Simone Atangana Bekono, Erik Bindervoet, Jan van Aken, Jonathan Griffioen, K. Michel, Dominique De Groen en Marlies Rijneveld in #23.
‘Ik zat in de speeltuin en las fantasy,’ schrijft Daan Stoffelsen in zijn inleiding, en daar heeft hij meteen een metafoor te pakken. Een literair tijdschrift is een veilige plek om je grenzen te verleggen, je denken te verdiepen, in rust je vaardigheden aan te scherpen. Een plek voor experiment, groei, competitie, bewondering, inbeelding. Een plek voor nieuwsgierigheid dus. Een plek waar je vrij bent, mag vallen, vies mag worden.
Het nazomernummer van De Revisor is vrij. We spelen en zijn onderweg, met stukken als ‘De bal, een odyssee’ van Erik Bindervoet. Het oerreisverhaal! De Odyssee, een van de beginpunten van de westerse literatuur, het oerverhaal waarin iets niet klopt: magie, allerlei dubbelzinnigheden, zijpaden, dwaalwegen, misverstanden. We kennen het eindpunt: thuis, vaak in de vorm van een teruggevonden jeugd, vlak voor het sterven. Maar tót dat onvermijdelijke slot hebben we homerisch lang een genoeglijke vertraging. Dat is literatuur.
Van de zestien schrijvers schreven er zeven themaloos nieuw werk: één debuut, drie verhalen, acht gedichten in Binnenin. Vier auteurs traden op tijdens ons podiumprogramma Het Personage. Je had erbij moeten zijn, het was geweldig, maar dit is de herkansing: hun teksten, rond markante figuren op bijzondere locaties, zijn ook op papier gedenkwaardig. En vijf schrijvers geven gehoor aan onze nieuwsgierigheid naar het fantasygenre. Tienmaal noemen ze Tolkien, driemaal verdiepen ze de discussie over literatuur, fantasie en werkelijkheid in een essay, tweemaal schrijven ze nieuwe, literaire fantasy. Allemaal zijn ze op reis.