Deze week gelezen: Van Offel, Tolentino

Daan Stoffelsen: Anneleen Van Offel, Hier is alles veilig

Begin dit jaar verschenen er twee Israëlromans kort na elkaar, zelfs bij dezelfde uitgever. Arnon Grunbergs hamerende Bezette gebieden trok overal de aandacht, zij het niet altijd geheel positief (ik was dat niet althans), Anneleen Van Offels debuut Hier is alles veilig kreeg alleen besprekingen in Vlaamse kranten – en bij ons, bij Jan van Mersbergen. We hebben dan ook drie jaar geleden een verhaal van haar gepubliceerd, ‘Herstel’, we waren nieuwsgierig. Ik kwam pas nu aan het boek toe, en ik las het met enthousiasme en voorbehoud.

Het gegeven: een vrouw, neonatologe, komt naar Israël nadat haar pleegzoon haar een Facebookbericht stuurde, ‘Kom naar Israël, mama’. Hij is met haar Pools-Joodse vader destijds vertrokken uit België, later in dienst gegaan, en in de eerste pagina’s treffen we hem dood aan. Er rest deze vrouw, Lydia, die al die jaren geen contact meer met hem kon krijgen, niets anders dan de begrafenis (die onbeschreven blijft) en zijn verhaal reconstrueren. Hier is alles veilig wordt een road novel in Israël.

Dat doet Van Offel heel sterk. Ze weet een heel overtuigend beeld te scheppen van het moderne Israël, het continue vijandschap en de gekmakende verplichte diensttijd. Ze laat zien hoe de verweduwde vader (hij heeft een zwaar leven gehad, al los van de Holocaust die zijn familie trof, maar dat zware, dat wat kunstmatigs heeft, vergeet je al snel in de roman) en Lydia in het ziekenhuis tot elkaar komen, en de beslissende scène zet ze heel mooi neer.

‘”Hoe heet je,” vraag je, hoewel je weet hoe ik heet. Ik heb zonet Immanuel ontslagen. Je staat met hem op de arm in de deuropening van de ziekenhuiskamer, een kleine koffer naast jou. Immanuel ligt huilerig in jouw nek, zijn armpjes om je hals geslagen. Ik wrijf over zijn rug, over de breekbare twijgen onder zijn huid. Iets groter dan ik kijk je op me neer. Mijn hand op Immanuel en Immanuel op jouw borst, we voelen hem beiden ademen, zonder gereutel en gepiep, zonder het lage gebrom waarmee je hem hier een week geleden in paniek hebt binnengebracht. Ik heb hem zijn adem teruggegeven.
“Lydia,” zeg ik. Ik laat mijn titel en mijn achternaam als kledingstukken op de grond vallen en dat is het begin.’

Ik vind dat een heel mooi beeld, hoe het noemen van die voornaam een toenadering kan zijn, iets naakts kan hebben. En tussen zijn uitnodiging, getutoyeerd (of is het in het Engels gevraagd? Ze spreken namelijk vooral Engels met elkaar, alsof de vader niet in België zal blijven), en haar antwoord: de persoon die die band mede creëerde in goede zinnen, afwisselend in lengte en kracht. Het klopt precies.

Minder maat houdt Van Offel met het beeld van een barst die plots bij Immanuels lijkbaar door het beeld loopt en Israël splijt, of de herhaalde frase ‘Zullen we anders gewoon opnieuw beginnen?’. Dat houdt ze niet klein. En ik vind een aantal hoofdstukken vanuit Immanuel geschreven heel goed werken – maar het voelt niet realistisch aan dát ze opduiken, de herkomst is niet duidelijk. Maar dat zijn kanttekeningen – andere overigens dan Jan had. Dit is een geloofwaardig boek over rouw en depressie, over mens zijn in het Israëlisch-Palestijns conflict.

Uitgeverij Lebowski gaf Hier is alles veilig uit.


Thomas Heerma van Voss: Jia Tolentino, Spiegeldoolhof

Een paar dingen zijn erg sterk aan de essays van Jia Tolentino. Ten eerste schrijft ze over de moderne wereld – je kunt al lezende gaan afvinken: Amazon, check, Facebook, check, Trump, check, het desastreuze FYRE-fesival, check – zonder dat dat hijgerig aanvoelt of dat ze vervalt in de vele clichés die bij die onderwerpen op de loer liggen. Ten tweede, ook fijn: ze betrekt zichzelf in de beschouwingen, terwijl ze nergens suf dagboekachtig proza schrijft of haar eigen leven als vanzelfsprekend middelpunt neemt.

Zo beschrijft Tolentino in het vitale essay Mijn realityavontuur hoe ze als rebelse, wat opstandige tiener gaat deelnemen aan een Amerikaans, onzinnig klinkend realityprogramma, maar houdt haar verhaal daar niet op. Om haar eigen ervaringen heen schetst ze heel losjes en overtuigend hoe reality-tv rond de eeuwwisseling oprukte, hoe het onze blik op de werkelijk mede gevormd heeft, welke agenda’s er achter zo’n programma schuilgaan.

Op die manier gaat Tolentino vrijwel steeds te werk. Ze maakt haar essays persoonlijk, maar diept haar onderwerpen daaromheen secuur uit. En dat zonder prekerig te worden of als een docent te vertellen. Wanneer ze schrijft over de UVA – de universiteit van Virginia, niet de UvA dus – stelt ze dat ze die zelf heeft doorlopen, maar gaat ze vervolgens moeiteloos over op de (zeer dubieuze) ontstaansgeschiedenis van de universiteit, de rol die uitbuiting en racisme daarbij speelden, de verkrachtingscultuur die in de 19e eeuw op campussen ontstond en die nooit verdwenen is. Tot op de dag van vandaag vinden er veelal weggemoffelde of genegeerde aanrandingen en groepsverkrachtingen plaats – en zo zijn we weer terug bij het heden, bij Tolentino’s eigen studententijd, bij de verhalen die haar toen omringden en die ook de afgelopen jaren blijven klinken.

Knap, die grote greep die Tolentino hanteert in combinatie met de soepele manier van vertellen. Ze combineert eigen ervaringen en hedendaagse trends met historische achtergronden, waarmee alles een bredere context krijgt dan in welk krantenartikel of welke online beschouwing dan ook. De essays zijn daarmee stuk voor stuk vrij lang, rond de veertig bladzijdes, en zitten vol quotable alinea’s, stellingen en oneliners, vermoedelijk geschikter voor in een leesclub dan voor in een korte bespreking als dit.

Wat me verder opviel, en waar ik na de bijzondere twee eerste essays (over internet en over dat reality-tv-avontuur) eigenlijk meer van verwacht had: niet overal weet Tolentino een even strakke spanningsboog aan te brengen. Ook omdat de persoonlijke connectie met een onderwerp her en der ontbreekt. Wel weer geslaagd is hoe enkele essays impliciet en expliciet naar elkaar verwijzen. Het beeld dat er al met al uit voortkomt: op sommige gebieden – racisme, seksisme – worden er in Amerika weliswaar kleine stappen de goede kant uit op gezet, maar verder is het een corrupt, zeg gerust moreel (en financieel) failliet land. Wie daar nog aan twijfelt: lees dit boek.

Al is dit een conclusie die ook zonder Tolentino’s schrijven ook makkelijk getrokken kan worden. En dat maakt het lezen van Spiegeldoolhof bij vlagen ook een ietwat vervreemdende ervaring: Tolentino’s essays zijn krachtig, deels omdat ze zo dicht op de tijdsgeest zitten, omdat het ook nodig is dat essayisten zich zoekend en zorgvuldig verhouden tot wat zich nu allemaal afspeelt, maar juist doordat het zo modern is voelt veel wat sleets of alweer wat gedateerd aan.

Zo is Tolentino’s beschouwing over Trump als con-man weliswaar nog steeds accuraat, maar toch voelbaar alweer een paar jaar oud. Zijn positie in de wereld is sindsdien veranderd, zijn beleid en uitspattingen zijn verhevigd. Wat Tolentino opmerkt over Jeff Bezos en Mark Zuckerberg is schrijnend, maar evenmin vernieuwend. Eigenlijk somt ze hier vooral op wat er al bekend is over Amazon en Facebook; ook zonder Speigeldoolhof weten we dat Bezos zijn werknemers uitknijpt, dat Zuckerberg zichzelf een ondoorgrondelijk imago aanmeet, dat Facebook geld verdient met de data van gebruikers. Hoe het precies misging met het FYRE-festival hebben we allemaal op Netflix en HULU tot in detail kunnen zien. Oftewel: ja, dit zijn mooie, secure verkenningen over het heden, de door de Volkskrant opgeworpen ondertitel ‘een bijsluiter voor het moderne leven’ is toepasselijk. Maar daar kan dan wel aan toegevoegd worden dat het een modern leven is waar we sowieso al veel over horen, een modern leven dat zo aanwezig is dat we informatie erover niet kunnen negeren. Soms zet Tolentino die informatie en inzichten gewoonweg op een rijtje, met een persoonlijke laag eroverheen, en soms gaat ze verder dan dat, en smeedt ze van allerlei flarden en gebeurtenissen die mij al wel half bereikten nieuwe verhalen, doet ze in zekere zin al verkennend een eerste poging tot moderne geschiedschrijving.

Uitgeverij De Geus gaf Spiegeldoolhof uit.