Deze week gelezen: Sarah Hall

Deze week gelezen: Sarah Hall

Sarah Hall: de redacteur las de nieuwe roman van een favoriete auteur, en ziet hoe ze onze diepste emoties illustreert en analyseert.

*

Sarah Halls nieuwste roman Burntcoat is hele essays waard, maar er komt een recensie aan op Athenaeum.nl, en hier probeer ik die samen te vatten en van een uitgebreidere stijlanalyse te vergezellen. Allereerst: een geweldig boek. Hall weet dingen scherp te krijgen over maatschappij, mens en kunst in een verhaal dat afwisselend sexy en geestig, spannend en dieptriest, en wijs is.

Ze portretteert een onafhankelijke vrouw, een kunstenares, die net voor het virus de mensen naar binnen dwingt, verliefd wordt op een Turkse restauranthouder. Hij trekt bij haar in, het is een idylle, tot het virus ook hen bereikt, dan het wordt een hel. En terwijl Hall de levensgeschiedenis van de vertelster verweeft met die situatie, strooit ze met overtuigende seksscènes, indringende verhalen van de minnaar en serieuze dreiging.

In januari verschijnt de vertaling van Karina van Santen en Martine Vosmaer, dan is een analyse vast nog interessanter – al was het maar omdat ik het Nederlands beter beheers – maar nu een scène die me aan het lachen bracht, net nadat de ik bij een gevecht gewond geraakt is:

‘My wrist was bandaged in crêpe; you’d wrapped it very neatly, to my surprise. The military service, you explained, when there was little to do but patrol the border, watching for feudal village activity, learning to polish, drill, practising first aid.
And watching pornography.
With the confession, you glanced up from doctoring my wrist.
Sorry.

We hebben net een ernstige scène achter de rug, het geweld buiten is bij ze binnengedrongen, en Hall vat het gesprek heel strak samen. Spreekt de ik haar verrassing hardop uit? Somt hij zijn bezigheden inderdaad zo summier op, in een tricolon? Omdat hij zo’n ronde vorm gebruikt, is de toevoeging in directe reden extra verrassend. (Maakt zij die opmerking? Ik denk het wel, maar vervolgens zijn alle zinnen in directe rede cursief.) Zijn blik omhoog en zijn reactie geven die geestige opmerking een andere lading. Dat klopt en werkt, en na een dialoog die ingaat op details en zijn gêne zichtbaar opwekt, is Hall ook in de analyse sterk:

‘I waited for you to tie the bandage, splitting apart and tucking the crêpe. The pinch of jealousy, as your courteous, discreet front spoiled and experience spilled out, was both painful and exciting. Shadowy scenes from your past, and I was a voyeur. You were kneeling beside me, had been looking down throughout the explicit interview. Now you held my gaze. Your eyes were brightly minted, full of mischief, mild disgrace, the glimmer of arousal.
Why are we talking about this?
It’s a painkiller.

In één zin (‘The pinch of jealousy…’) weet Hall het dubbelzinnige van de dialoog te vatten, de spanning en het ongemak, de intimiteit en de vervreemding. En ze observeert precies dat ook bij de minnaar. En dan die uitsmijter: praten over porno als pijnbestrijding, dat is mooi gevonden.

Nog geen tien pagina’s later komt ook hij verwond thuis en, blijkt even later, besmet. Seks en dood, die belangrijke thema’s voor Hall, zitten akelig dicht op elkaar. Maar ze zegt in Burntcoat dus ook heel zinnige dingen over kunst, over literatuur, over ziekte, over hoe we met elkaar omgaan. Over alles.

Burntcoatis uitgegeven door Faber. De vertaling, Het atelier, verschijnt in 2022 bij Ambo|Anthos.