Esha Guy, Principes zijn als prikkeldraad 2

Principes zijn als prikkeldraad (2)

Feuilleton! Esha Guy Hadjadj (1994) schreef voor #28, ’n Brasa van talen, ‘Ghadina fi yaddina – onze morgen ligt in onze handen’. Zijn online feuilleton voor ons speelt in Frankrijk, waar een studente zich tussen de conservatieve betogers van de Manif pour tous en de feministische colleuses beweegt. Lees deel 1 en deel 2, waarin Asma Dorine ziet, voor de tweede keer.

*

Dorine loopt vanuit een stille zijstraat het gebouw binnen. Aan de buitenkant plakten posters aan de ramen, die haar de indruk gaven dat het gebouw in handen moest zijn van een progressieve groep christenen. Op eentje zag ze volwassenen van alle afkomsten in een kring elkaars hand vasthouden, terwijl boven in de sterrenhemel in een zwierig handschrift ‘Samen naar een betere wereld’ geschreven staat. Misschien dat ze hun ruimte voor een lage prijs verhuren aan andere wereldverbeteraars.
In de zaal ziet Dorine geen kring maar verschillende eilandjes activisten. Het geheel heeft iets weg van de danskuilen langs de Seine, voordat de man met de speakers is aangekomen: iedereen hangt met hun vrienden op de trappen aan de rand van de zaal die samen een soort kom vormen, waarvan de bodem in het midden onaangeraakt blijft. Dorine steekt de danskuil over wanneer achter haar een stem dondert:
– Welkom allemaal bij deze spoedvergadering. Wij zijn erg blij dat jullie er allemaal  zijn. Ik heb eerst een paar huishoudelijke mededelingen, maar daarna zal ik jullie uitleggen wie wij zijn, wat we precies vanavond gaan bespreken en wat het doel van deze vergadering is.
– Oh God, steek me neer, denkt Asma. Ze gaan alweer twintig minuten van hun tijd verdoen door te vertellen waar de wc’s zijn en waarom ze genderneutraal zijn. Denken ze dat de rest daar echt iedere keer naar wil luisteren? Ze weten het zelf heus wel. Als Asma nu naar buiten loopt om te roken is zij weer de boeman. Ze had gewoon thuis moeten blijven. Wie zíjn de nieuwkomers voor wie ze dit allemaal moeten uitleggen? Het moest toch een besloten vergadering zijn? Ze zitten hier nota bene na de avondklok voor een geheime actie.
Asma stopt één oortje in haar oor en zet haar muziek aan. Hetzelfde nummer op repeat, al een week lang. Het is traag en constant zoals het geluid van een wasmachine. Ze stopt haar gedachtes erin en laat ze ronddraaien tot ze zacht worden.

Le ciel est noir, mon ami
Mais j’y vois clair, et la pluie

Uit haar tas pakt ze een stift en een kladblok. In dikke rode strepen probeert ze zinnen uit waarvan de beste later die week op de muren van Parijs zullen staan, iedere afzonderlijke letter afgedrukt op één A4’tje: met een stapeltje papieren en een emmer lijm smeren de colleuses hun woede op de straten van Parijs.
– Goed, jullie weten allemaal ongeveer waarom we hier zijn vanavond. De homofobe en misogyne manif pour tous organiseert ondanks de pandemie een demonstratie tegen het homohuwelijk. De activisten die al wat langer meedraaien weten dat we al vaker hebben gekeken of we een tegenactie konden organiseren om die rechtse klootzakken te laten weten dat ze niet meer thuishoren in deze eeuw, maar helaas: het is ons nooit gelukt. De manif pour tous maakt haar route nooit bekend, en wordt altijd begeleid door hun goede vrienden van de politie. Maar dit keer ligt er een gouden kans voor ons om de manif van binnenuit te saboteren. We hebben namelijk voor het eerst direct toegang tot hun organisatie. Dorine, wil je hier komen om je plan te vertellen?
Langzaam staat Dorine op. Ze gebaart nog met haar handen of ze vanuit haar plek de zaal mag  toespreken, maar loopt na een paar seconden toch naar het midden van de zaal, aangemoedigd door het applaus en de minzame glimlach van de facilitator.
Net genoeg commotie voor Asma om op te kijken van haar kladblok vol halve verwensingen. Tot haar verbazing ziet ze dat dyslectische meisje naar voren lopen. Tenminste, zo herinnerde Asma haar. Tijdens de vorige plakactie – het moest haar eerste zijn geweest – had Dorine gewoon een letter overgeslagen. Pas nadat ze allemaal klaar waren en een stap naar achter zetten, zagen ze dat Dorine niet viol, ‘verkrachting’, had geschreven, maar vol, ‘diefstal’:

IN FRANKRIJK VRAAGT DE POLITIE AAN SLACHTOFFERS VAN DIEFSTAL OF ZE ZIJN KLAARGEKOMEN

Ze beweerde dat ze afgeleid was door Deby, die onophoudelijk vragen aan haar bleef stellen, maar dat kon de rest weinig schelen. Eerlijk, Asma geloofde het nog wel. Maar er zijn weinig excuses voor het verkeerd spellen van zo’n klein woord. Iedereen was er helemaal klaar mee. Dat ze haar gezicht nog durft te laten zien… Het leek die nacht alsof ze op straat in huilen had kunnen uitbarsten.

Der Regen wäscht uns von allen Sünden

Dorines eerste zinnen zijn onverstaanbaar. Pas wanneer mensen op de achterste rij met hun handen gebaren dat ze luider moet spreken, bereiken haar woorden Asma’s vrije oor:
– Goed, ik ken dus veel mensen van de manif pour tous – via mijn ouders, die zitten er ook bij. Ze willen dat ik dit jaar meehelp met organiseren omdat ze de demonstratie in Parijs willen houden. Een van de organisatoren vroeg me of ik niet vrijwilligers kende om zich te verkleden als Mariannes.
‘Wat is een Marianne?’ vraagt iemand met een Engels accent. Iemand in de buurt antwoordt gelijk:
– Dat is die vrouw met d’r blote borst die bovenop de sokkel van République staat, weet je wel. Zo met de Franse vlag in d’r hand.
Asma kan een kleine grinnik niet onderdrukken wanneer ze de koude blik van de facilitator naar de twee meiden ziet. Asma weet dat Sabrine maar één ding irritanter vindt dan mensen die ongevraagd het woord nemen in een vergadering, en dat is als die mensen haar de kans ontnemen om de zaken helder en haarfijn uit te leggen aan iedereen. Volgens haar is de beste facilitator er een die volledig dienstbaar is. Het is zo makkelijk om je macht te misbruiken als gespreksleider, dat het je plicht is om jezelf zoveel mogelijk weg te cijferen. Het heeft veel weg van een orkest dirigeren: als je het heel goed kan, lijkt het alsof je daar voor niks met je handen staat te wapperen. Met haar luide stem kapt ze de twee meiden meteen af.
– Inderdaad. Voor de mensen die het niet weten: Marianne staat symbool voor het Franse volk. Laten we nu weer  luisteren naar Dorine en wachten met spreken totdat je het woord krijgt.
– Nou, dat was het denk ik. Ik dacht dat jullie daar misschien iets mee konden doen, met al jullie ervaring. We kunnen ons met z’n allen als Mariannes verkleden. Ze willen blijkbaar een bus aan de kop van de mars laten rijden met op het dak de Mariannes.
Dorine richt zich tot Sabrine. ‘Moet ik nog iets zeggen?’ fluistert ze. Het rumoer zwelt aan.
Sabrine doet een stap naar voren en richt zich tot het publiek als een vogelverschrikker. Dorine schuifelt automatisch half achter haar:  een poging om zich te beschermen tegen de priemende ogen van de  vele zwartgeklede activisten die als kraaien op de trappen hangen.
– Dorine stelde ons voor om met ongeveer dertig wildplakkers de manif te infiltreren, die over exact twee maanden zal plaatsvinden. Vandaar onze oproep om vanavond mogelijke actieplannen te bespreken.
Asma’s mond valt er van open: dat dyslectische meisje heeft dit plan voorgesteld? Maar ze is nog zo nat achter haar oren! Kijk haar nou, ze durft niet eens iemand aan te kijken. Ze staart maar naar die non-descripte plek op de trappen en bidt dat Sabrine haar niet weer het woord geeft. En dat wil deze bende de manif pour tous binnensmokkelen? Misschien is ze dan toch niet zo’n open boek als Asma dacht. Ja, ze kijkt niemand aan, maar er spreekt wel iets verbetens uit dat staren.

La  vie est flammes mon amour

– Laten we allereerst kijken of er genoeg belangstelling is voor dit plan. We gooien nu de vergadering open voor voorstellen. Steek je hand op als je een idee hebt. Eerst Deby, dan Kianuë, dan Djuna.
– Weten we al wat de route is? Want we hebben dit echt al vaker geprobeerd en iedere keer blijkt dan dat–
– Dankjewel Deby voor deze belangrijke vraag. De route weten we nog niet, maar als we zelf deel uitmaken van de demonstratie zullen we  er ongetwijfeld snel achter komen. Kianuë.
– We kunnen een banner drop doen aan de achterkant van de bus. Misschien met een leuze over abortus of het homohuwelijk ofzo.
Een aantal handen in de zaal wapperen in de lucht om hun instemming te tonen.
– Djuna?
– Dus we willen een soort Trojaans paard doen? Maar wat als we dan op die bus staan: een spandoek naar binnensmokkelen en die op de achterkant van de bus uitrollen? Al die moeite voor een lullige poster? Kunnen we niet iets radicalers bedenken?
Vele handen stijgen op in de zaal, terwijl Asma haar kladblok weer op haar schoot legt en begint te schrijven. Ze vindt deze vergaderingen maar een farce. Djuna krijgt uiteindelijk altijd haar zin, en het heeft geen zin om zich daar nog over op te winden. Democratisch m’n reet. Het zou Asma niets verbazen als Djuna al met Sabrine heeft overlegd hoe ze deze vergadering zo konden leiden dat de gewenste uitkomst er vanzelfsprekend uit zou komen rollen als een blikje frisdrank uit de automaat. Vandaag  zit Djuna weer zo veel mogelijk aan de zijkant, zodat bijna iedereen haar reactie op iedere opmerking kan zien. Ieder teken van instemming, van concentratie of desinteresse moet af te lezen zijn.

VERVOLGING VOOR AANRANDING ONTLOPEN? WORD AGENT!

Asma voelt een blik op haar branden. Ze kijkt op. Haar ogen ontmoeten die van Dorine, die onmiddellijk weer een denkbeeldige vlek opzoekt op de trappen. Een kleine schok racet door Asma’s lijf: het gevoel betrapt te zijn, terwijl er niks te verbergen is.

Der Wind bläst, um uns daran zu erinnern
Dass wir uns lieben

Ze trekt haar oortje uit. De wasmachine stopt abrupt met draaien en Asma’s gedachten tuimelen over elkaar heen. Als ze weer opkijkt, ziet ze Dorine kort terugkijken. Weer die schok. ‘Kom op, je bent toch geen kind meer?‘ denkt ze, terwijl ze op haar kladblok ogen begint te tekenen. Ieder oog omringt ze langzamerhand met wimpers, vingers, een palm – precies zoals het kettinkje om haar nek. Khamsa’s vullen de ruimtes tussen de leuzen op.