Deze week gelezen: Leanne Shapton

Leanne Shapton: de redacteur leest een mooie bundel over zwemmen, over topsport, en opgroeien.

*

Daan Stoffelsen: Leanne Shapton, Swimming Studies

Ik zwem weer. Ik kies een timeslot de dag ervoor, fiets mijn zestien minuten naar het zwembad, douche niet, steek het bejaardenbaantje over en begin aan mijn wekelijkse kilometer. Dat halfuur is ofwel een bron van ergernis (wat doen die andere zwemmers in mijn baan!) ofwel een zegen: bij weinig activiteiten kun je zo goed mentaal afdwalen van het dagelijkse – en je echt druk maken om iets.

En dat terwijl afdwalen juist mijn probleem is. Er schijnen lezers te zijn die constant doorstomen, doorlezen, dag en nacht, in één adem als een trein in een film. Of als een roman. Voor mij voelen zulke lezers ook als ongeloofwaardige personages, want ik ben traag en snel afgeleid. Mijn lezen is versnipperd.

De grote romans die op me liggen te wachten, hebben een andere leeshouding nodig. Maar plotseling heb ik ook drie non-fictieboeken over zwemmen verzameld, een totaal nutteloos uitvloeisel van mijn grote lees-en-schrijfproject van het komende jaar. Ik lees de essays van Leanne Shapton, Swimming Studies (2012). Shapton zwom als meisje in de subtop, ze trainde voor Olympische trials, maar realiseerde ze dat nooit een topper zou worden. Inmiddels is ze de auteur van een elftal boeken.

Swimming Studies bestaat uit memoires en illustraties; Shapton werd een kunstenares en auteur van een tiental boeken. Niettemin schrijft ze: ‘I’ve defined myself, privately and abstractly, by my brief, intense years as an athlete, a swimmer,’ schrijft ze in het tweede essay. ‘I’m drawn to swimming pools, all swimming pools, no matter how small or murky,’ merkt ze ook op, en ik denk aan Charlotte Van den Broecks Waagstukken, waarin ook een schrijfster veel zwemt. Maar ze besluit haar hoofdstuk met:

‘When I swim now, I step into the water as though absentmindedly touching a scar.’

Alsof dat zwemmende leven een fantoom is, iets fysieks en iets afwezigs tegelijk. Shapton haalt herinneringen op, ze beschrijft heel precies de anatomie van een race. Ze beschrijft de geuren van haar jeugd, van de zwemmers in en buiten het zwembad. De verhouding met haar ouders. Eten, kleding, klasse. De onzekerheden van de puberteit. Tijd, stopwatchtijd. Hoe ze zich een race verbeeldde en probeerde het te timen met de magnetron: precies 1:11.

Mooi boek, ik zie dat Athenaeum Boekhandel Haarlem een exemplaar heeft, vast mooier dan mijn e-book. En dat Terras komend nummer een fragment uit het boek vertaalt. Ik hoop op de terugkeer van mijn concentratie. Tot dat moment lees en zwem ik versnipperd door.

Swimming Studies verscheen bij Penguin Putnam.