Nederland Leest Adriaan van Dis - De Revisor las het al

Destijds gelezen: Adriaan van Dis

Adriaan van Dis: Nederland herleest zijn Parijse wandelroman in het kader van thema ‘Over de grens’, en de redacteur zocht een kritisch stuk op uit het archief over de campagne – en zijn eigen eerdere woorden over de roman.

*

Nederland Leest: Adriaan van Dis, De wandelaar

Het is 1 november, traditioneel de dag om de pijnlijke analyse ‘Nederland leest wat het al gelezen heeft’ van Bertram Mourits uit 2009 te lezen. Het jaar waarin ik redacteur van De Revisor werd, het lijkt gisteren, maar het gaat over de vorige generatie critici en schrijvers, en een vorig stadium van onze leescultuur. ‘In de huidige literaire situatie zou Haasse nooit meer op deze manier aan haar carrière begonnen zijn. Willy Corsari was in 1948 een veel logischer keuze geweest, de huidige maatstaven in acht nemend,’ schrijft hij. Anno 2009 hebben we andere propagandisten, uitgevers, schrijvers en vooral lezers.

Ik ben minder mopperig, zoals dat hoort bij mijn generatie. Ik kan negeren dat de boeken die ik op inhoudelijke gronden mijn favorieten noem niet de Bestseller60 halen of de tv of zelfs de radio — toch de platforms waar het grote publiek bereikt wordt. En ja, Nederland Leest haalde Mulisch en Hermans van de plank en Campert en Bomans, maar ook Jacoba van der Velde. En heel moedig probeerde de CPNB het een paar jaar met een thematische aanpak – alvorens zich vorig jaar te bekeren tot de twintigste-eeuwse klassiekers. Na Het zwijgen van Maria Zachea (2001 – 2020) van Judith Koelemeijer staat nu Van Dis’ roman uit 2007 centraal.
In hoeveel exemplaren dat gaat, kan ik niet terugvinden (van Mulisch’ Twee vrouwen drukten ze er naar verluidt een miljoen), maar ik voel me telkens niet echt aangesproken. Zelfs als schoolbibliotheekvrijwilliger en vaste klant van de openbare bibliotheek zie ik vooral hoe de zelfstandige website Nederlandleest.nl nu onder Hebban valt, de populaire lezersgemeenschap die de CPNB afgelopen jaar overnam. Ik ben daar geen lid van (228.755 mensen wel, dus wie is er gek), de boeken die daar voorbij komen, interesseren me minder.

Maar misschien is bij hen nog iets te winnen — ik hoef niet overtuigd te worden. Ik pluk nu eens — Mourits’ advies — blind iets uit de kast en ga dan weer met ogen open af op aanbevelingen van critici of uitgevers. En De wandelaar is een goed boek, net als Van Dis en de Boekenweek-auteurs van 2022 goede schrijvers zijn. Schrijvers met relevante verhalen en een eigen toon, en vooral de ambitie om kunst te maken veeleer dan een product.

Op deze website passeerde De wandelaar als onderdeel van mijn wandelzinnenproject uit 2012. Ik merkte op in een voorbereidende blogpost, ‘Van Dis’ De wandelaar is geen passant’, dat het ‘een roman vol actie’ is. Het begint al op de eerste pagina met staccato zinnen die suggereren al een heel verhaal te vertellen, met dansen en branden en springen.

‘De hond had alles gezien. Met hem moet het verhaal beginnen. Hoe hij voor het raam danste en uit een brandend huis sprong. Maar eerst maakt meneer Mulder een avondwandeling. Hij zal aan de politie een andere naam opgeven.’

Ik schreef destijds: ‘Dat is een wandelaar in de kern: een voorbijganger, en als hij rondkijkt, dan niet óm het rondkijken, want hij is onderweg, hem drijft een hoger, abstracter doel. Zo is het althans bij Cole en Sebald, en bij hen lijkt dat doel zelfs afwezig. Van Dis is explicieter, en hij zet Mulders rol van wandelaar, buitenstaander nadrukkelijk tegenover de betrokken, sociale deelnemer aan de maatschappij.’

Dat blog is te herlezen, net als het essay dat eruit volgde, in Halfjaarboek 7 (2013) verscheen, ‘Wandelzinnen. Over stijl, beweging, gemoedstoestand. Over Sebald, Cole, Nescio’. Conclusie destijds: Van Dis’ wandelaar is wél doelgericht, actief — en toch ontbreekt het maatschappelijke in zijn roman bepaald ook niet. Laat Nederland maar herlezen, het is de moeite waard.

De wandelaar is gratis te krijgen bij je bibliotheek, ‘het centrum voor ontmoeting en gesprek’.