Deze week gelezen: Nikki Dekker, Diepdiepblauw, bij De Revisor

Deze week gelezen: Nikki Dekker

Nikki Dekker: de redacteur las een mozaïekroman/-essay over vormen van liefde en zeeleven die de rijke kluwen van de werkelijkheid mooi neerzet.

*

De bijdrage die we onder dezelfde titel publiceerden in De Revisor #30, het landschapsnummer, was proza, en het debuut van Nikki Dekker is een roman, en dat is belangrijk om te zeggen, want het spreekt niet voor zich. Het genre strekt zich uit tot essay en memoir en vertellersverhaal en marketing, en ergens links op die lijn bevindt Diepdiepblauw zich. Want ja, er is een hoofdpersoon, een ik, die ik stiekem telkens met de echte Nikki identificeerde, ik schat het fictiegehalte blijkbaar niet al te hoog in, en er is een verhaal. In fragmenten zien we de ik worstelen met vriendschappen die eigenlijk verliefdheden zijn, of zijn die relaties vriendschappelijk met voordelen?, met meisjes, jongens, seks, gender, biseksualiteit. De ik onderzoekt veel relatievormen, vaak platonisch, tast fysiek en geestelijk de mogelijkheden met mensen af, en als je mij vraagt: hoe loopt het verhaal af, dan durf ik het niet te zeggen. Hoeveel jaren zijn we verder? Is dit het eindpunt? Na allerlei avonturen eindigt ze op het strand met haar vriendje – die, en dat is een warme verrassing, ondanks al dat amoureuze onderzoeken dus gebleven is – en ziet na dagenlang eb opeens de zee.

Wat het boek interessanter maakt, is het waterige element (en nee, ik wil dat andere deel dan niet vuur of lucht noemen): Dekker heeft zich verdiept in waterdieren, hun manieren van overleven, hun seksualiteit, en schrijft geweldige dingen over zwemles, met een jaloersmakend vertrouwen en een prachtige ambitie: ‘Altijd de horizon in de verte, waar het water in de lucht overloopt. De plek waar het onderscheid tussen het ene en het andere wegvalt. Ik blijf ernaartoe zwemmen, en het komt nooit dichterbij.’
In die kennis zit een rust en een balans die de ik in haar relaties moeilijk vind. Daar twijfelt ze, tast ze af, voelt ze zich afgewezen (en wijst bijna nooit zelf af, dat heeft wat verdrietigs). En in die kennis zit een rechtvaardiging voor haar onderzoek onder menselijke dieren, naar wie ze is, wat ze is, hoe ze zich seksueel en romantisch tot anderen moet verhouden.

Ik schreef ‘interessanter’, lees ik nu, en dat komt omdat ik die vorm vind werken, de weetjes prikkelen en kantelen perspectieven. De achterliggende gedachte – we kunnen ons pas goed begrijpen als we ander leven goed begrijpen -, een Eva Meijer-achtige filosofie, waardeer ik ook.
En wellicht gebruikte ik de vergrotende trap omdat ik het verhalende deel wat versnipperd tot me heb genomen – wat wil je met een mozaïekroman – na een veel fysiekere en conventionelere roman van coming of age / coming out. Al die namen die langskomen, boeiende persoonlijkheden, maar echt leren kennen doen we ze niet. Als er staat: ‘Geen moment overweeg ik de mogelijkheid dat het slecht met hem gaat, echt slecht, dat hij lijdt aan serieuze depressies waarin hij probeert te verdwijnen. Dat verhaal komt niet in me op.’ Dan denk ik: ja, er is bij al die mensen een andere kant, en die zien we niet, het is de blik van één persoon die om zich heen kijkt, observeert, erover praat, deelneemt, maar weer afstand neemt. Maar ja, zo werkt zwemmen: je kunt erin, je kunt je medeschepselen bekijken, je kunt duiken, maar je kunt er niet in blijven. Je moet ergens ademhalen. Maar misschien is dat slot aan zee wél zo’n moment, een samenzijn waarin ze kan blijven.

Tegelijk: Diepdiepblauw geeft een palet aan mogelijkheden, het is een nevenschikking van relatievarianten (al kun je je de woede van haar vriend voorstellen: ‘“We hebben geen open relatie,” zegt hij. “We hebben erover gepraat. Dat is iets anders. Jij bent gewoon vreemdgegaan.”’), een onbeschroomd overzicht van wat (en wie) kan, en van wat je wil, met alle onzekerheden en voorbehouden erin. Meer een mozaïek dan een reliëf, meer een kluwen dan een lijn, een weergave van een rommelige werkelijkheid die rijker is dan menig conventionele coming of age.

De Bezige Bij gaf Diepdiepblauw uit.