Deze week gelezen: Manon Uphoff, Oktober
Deze week gelezen? Nog eenmaal Manon Uphoff. De redacteur leest het nieuwste boek van de schrijfster aan wie De Revisor 33 gewijd is, een rijk essay over leven en dood nu de winter komt.
If you are not happy with the results below please do another search
Deze week gelezen? Nog eenmaal Manon Uphoff. De redacteur leest het nieuwste boek van de schrijfster aan wie De Revisor 33 gewijd is, een rijk essay over leven en dood nu de winter komt.
Deze week gelezen: Manon Uphoff & Herman Franke, Als je me maar blijft schrijven, Manon Uphoff, Het moet eten, ademhalen, slapen. De redacteur leest een fris en scherp brievenboek en een aanstekelijk, analytisch essayboek over het lichaam en ziekte.
‘Dat ik altijd een waarnemer ben geweest, ongeacht mijn begeerte,’ bedenkt de verteller in Manon Uphoffs De spelers (2009). Misschien is dat het gevolg van de combinatie angst en nieuwsgierigheid, die bij Uphoff niet zelden gepaard gaan met ervaring, of tenminste superieure empathie. Wie schrijft er zo beeldend, zo fysiek, in een continu spel met de paradoxen van schoonheid en gruwel? Wie doorziet de mechanismen van families zozeer, en drijft die door tot in het schier onvoorstelbare? Wie, ten slotte, laat meisjes en vrouwen in gelijke mate kwetsbaar en krachtig door levens van seks en geweld lopen, rennen, vallen, vliegen? Dat was al zo in het openingsverhaal van Uphoffs debuut Begeerte (1995), dat is des te meer in haar magnum opus Vallen is als vliegen (2019).
Dit nummer van De Revisor is gewijd aan het oeuvre van Manon Uphoff (1962), een van de interessantste schrijvers van de Nederlandse literatuur. Drie essays – van de academica, de vertaler, en van de oud-collega – onderzoeken Uphoffs oeuvre, vier gedichten en drie verhalen lieten zich inspireren door haar thema’s en toon. Van Manon Uphoff zelf lezen we notities uit de lente van 2020, die getuigen van een lezen en schrijven dat nog lang niet tot stilstand is gekomen.
Met teksten van Sam Garrett, Ezra Hakze, Sanneke van Hassel, Toef Jaeger, Jorina van der Laan, Ruth Lasters, Maaike Meijer, Iduna Paalman, Maxine Palit de Jongh, Nina Polak, Daan Stoffelsen en Manon Uphoff.
Is er in het derde jaar na verschijning van Vallen is als vliegen nog iets nieuws te zeggen over de roman? Rosemarie Buikema deed dat, in De Gids, Marc van Oostendorp natuurlijk op Neerlandistiek.nl, Marja Pruis in haar recente essaybundel… We hernemen Daan Stoffelsens stuk uit 2019, met enkele inleidende woorden.
In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. In haar tweede en derde verhalenbundel, De fluwelen machine (1998) en Hij zegt dat ik niet dansen kan (2000), slaat Manon Uphoff twee andere paden in.
In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom (her)leest Daan Stoffelsen, oud-hoofdredacteur van De Revisor, haar oeuvre. Deze week: Uphoffs romandebuut uit 1997, Gemis, waarin het oor en de hand van Uphoffs vertellers het verhaal maken van een tiener in een familie zoals we die ook in Koudvuur en Vallen is als vliegen tegenkomen.
In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom leest Daan Stoffelsen, oud-hoofdredacteur van De Revisor, haar oeuvre. Deze week: de tweede roman van de brievenschrijver, een van de drie familieromans, een duister sprookje.
In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom leest Daan Stoffelsen, oud-hoofdredacteur van De Revisor, haar oeuvre. Deze week De spelers, Uphoffs Bosnische roman, waarin de schrijfster observatie paart aan begeerte, en de beelden vindt bij het beklemmendste.
In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom (her)leest Daan Stoffelsen, oud-hoofdredacteur van De Revisor haar oeuvre. Te beginnen met haar debuut uit 1995, waarin de dreiging al woorden krijgt, en de beelden al sterk zijn.
‘Dat ik altijd een waarnemer ben geweest, ongeacht mijn begeerte,’ bedenkt de verteller in Manon Uphoffs De spelers (2009). Misschien is dat het gevolg van de combinatie angst en nieuwsgierigheid, die bij Uphoff niet zelden gepaard gaan met ervaring, of tenminste superieure empathie. Wie schrijft er zo beeldend, zo fysiek, in een continu spel met de paradoxen van schoonheid en gruwel? Wie doorziet de mechanismen van families zozeer, en drijft die door tot in het schier onvoorstelbare? Wie, ten slotte, laat meisjes en vrouwen in gelijke mate kwetsbaar en krachtig door levens van seks en geweld lopen, rennen, vallen, vliegen? Dat was al zo in het openingsverhaal van Uphoffs debuut Begeerte (1995), dat is des te meer in haar magnum opus Vallen is als vliegen (2019).
Dit nummer van De Revisor is gewijd aan het oeuvre van Manon Uphoff (1962), een van de interessantste schrijvers van de Nederlandse literatuur. Drie essays – van de academica, de vertaler, en van de oud-collega – onderzoeken Uphoffs oeuvre, vier gedichten en drie verhalen lieten zich inspireren door haar thema’s en toon. Van Manon Uphoff zelf lezen we notities uit de lente van 2020, die getuigen van een lezen en schrijven dat nog lang niet tot stilstand is gekomen.
Met Sam Garrett, Ezra Hakze, Sanneke van Hassel, Toef Jaeger, Jorina van der Laan, Ruth Lasters, Maaike Meijer, Iduna Paalman, Maxine Palit de Jongh, Nina Polak, Daan Stoffelsen, Manon Uphoff.