In 2019 gelezen: Manon Uphoff, Vallen is als vliegen

Is er in het derde jaar na verschijning van Vallen is als vliegen nog iets nieuws te zeggen over de roman? Rosemarie Buikema deed dat, in De Gids, Marc van Oostendorp natuurlijk op Neerlandistiek.nl, Marja Pruis in haar recente essaybundel… We hernemen Daan Stoffelsens stuk uit 2019, met enkele inleidende woorden.

Deze week gelezen: Manon Uphoff, Schaduwvlammen

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. In haar tweede en derde verhalenbundel, De fluwelen machine (1998) en Hij zegt dat ik niet dansen kan (2000), slaat Manon Uphoff twee andere paden in.

[p. 79] Manon Uphoff Over Zoek op Liefde van Herman Franke in De Revisor

Nu verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we haar Revisor-archief op de website. Lees je in! In de rubriek ‘Het maaiveld’ schrijft Uphoff in het tweede nummer van 2009 over Herman Frankes Zoek op liefde. Ze gaat op zoek naar de ‘ik’ in de roman, in een van haar kenschetsen ‘[e]en ik dat vervolgens, langs de lijn van een ooit aangelegde lijst van goede voornemens, het pad van verlangen en herinnering en lust en nieuwsgierigheid volgt, en hier en daar wat gewrongen bezig gaat met het najagen van antwoorden op vragen als: “Wat is het ergste wat je tegen iemand kunt zeggen?” (Waarbij moet worden opgemerkt dat het openbaar maken van het nogal persoonlijke antwoord op deze vraag de angel er grotendeels uit haalt. Nee, dan liever de marteling van het niet weten die in het hoofd van de lezer een duizendvoud aan mogelijkheden oproept waarmee die zichzelf telkens even op de pijnbank legt.)’

De Revisor 2008-3: Manon Uphoff over Connie Palmens Lucifer

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Uit het derde nummer van 2008, in de rubriek ‘Het maaiveld’, vraagt Uphoff zich af of Connie Palmens roman Lucifer knap is, of lui? En goed?

De Revisor 2007-6, Manon Uphoff, Verkloot

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Lees ‘Verkloot’, een satellietverhaal in Revisor 2007-6 bij Koudvuur, over de neef. ‘Dit is al verwarrend en ik begrijp nu dat ik je een kleine familieschets moet geven, om jou, lezer, gewend maar wat rond te zappen, aan MTV en razendsnelle flitsen van opborrelende informatie, in staat te stellen de setting en de condities te begrijpen. Nou, laat me nog eens proberen. Het is kort na de oorlog. Er was een man, mijn vader. Hij was getrouwd en had vijf kinderen. Er is een vrouw, mijn moeder. Zij is getrouwd en heeft twee dochters.’

De Revisor 2007-5: Manon Uphoff, Kant

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. In het vijfde nummer van 2007, gewijd aan het surrealisme, verbonden aan de tentoonstelling Vreemde dingen in het Boijmans Van Beuningen, ‘vreemde verhalen’ (volgens het Redactioneel) van onder anderen Manon Uphoff. ‘Mijn ouders zijn gestorven, dacht ze, terwijl de naald trilde en zoemde en de inkt zich door het epidermis naar de dieper gelegen huidlagen zoog.’ Lees ‘Kant’.

Uit De Revisor 2007-2-3: Manon Uphoff over Willem van Maanens Heb lief en kijk niet om

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Lees je in! Het derde nummer van 2007 was voor een groot deel gewijd aan Willem van Maanen. Uphoff schrijft over zijn recentste roman Heb lief en zie niet om. ‘Nu is het gevaar dat je als lezer te veel je best gaat doen om te laten zien dat je het allemaal heel goed begrepen hebt en dat niets, of niet veel, je is ontgaan. Maar er zouden alleen al pagina’s gevuld kunnen worden met het doorgronden van de constructie,’ waarschuwt Uphoff zichzelf, in deze analyse-met-persoonlijke-noot.

Manon Uphoff, Een winterse vertelling, uit De Revisor 2006-6

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! Aan het zesde nummer van 2006 droeg Manon Uphoff ‘Een winterse vertelling’ bij, over W.F. Hermans en Rusland. Veel komma’s en een geweldige slotzin: ‘Al zo lang als ik leef verwar ik schoonheid met goedheid en goedheid met schoonheid, het was winterse graffiti die met een mens werd geschreven, de reis kostte me geen euro, ‘s ochtends kocht ik een bontmuts, ik bewaarde het bonnetje en heb mijn kosten vergoed gekregen, ik heb nu al drie keer over deze man en deze vechtpartij geschreven, steeds zoek ik een kern, iets dieps en waarachtigs, maar steeds komt het erop neer dat ik al schrijvend denk: wat een winterse gebeurtenis, wat een echte Winterse vertelling.’